Een fotograaf maakt een reeks close-up foto’s van een bepaalde situatie in veel verschillende aanzichten, en knipt die vervolgens in verschillende foto’s uit. De sectie waarin de foto’s zijn gerangschikt bestaat uit een titel, een onderschrift en informatie over het onderwerp. De fotograaf voegt deze drie elementen samen en als hij genoeg foto’s maakt (zeg, duizenden foto’s), creëert hij een verzameling foto’s die men beelden noemt. Dit zijn de kernelementen van een foto. Over een ander soort fotograaf zullen we het in latere hoofdstukken hebben. Keuzes voor gebruik

Er zijn bepaalde basisfactoren die in aanmerking moeten worden genomen bij de keuze van het soort foto dat u wilt maken, en van de manier waarop de foto wordt weergegeven. Vergeet niet dat er vele soorten en variëteiten van foto’s zijn. Goede CP-verlichting is nodig om zelfs goede foto’s te kunnen maken, hoewel voor portretten enkele overwegingen met betrekking tot het perspectief belangrijk zijn. Wankel licht is een goede achtergrond tegen kale muren, en steken zijn nuttig om een patroon te construeren als er geen fotogeniek onderwerp voorhanden is. Moeder natuur is ook niet altijd behulpzaam of meewerkend in het verschaffen van licht. Als algemene regel geldt echter dat de volgende regels in elke situatie van toepassing zijn:

In het fatsoenlijke genomen, wat scherp is, is de juiste foto. Fotografen die een ‘trigger’-scherpstelcorrectie gebruiken, doen dat met de gedachte dat dit de beste scherpte oplevert, dat wil zeggen, de foto die het scherpste beeld oplevert. Maar tenzij je weet wat je aan het doen bent en wat er gaat gebeuren op de foto, is iets niet scherp. Laat de fotograaf zijn ding doen. Neem al uw foto’s bij goed daglicht, binnen of buiten, met een zonnige, heldere dag, en bij voorkeur ‘s avonds, of op zijn minst op een plaats met meer buitenlicht dan binnenverlichting. Neem foto’s van oppervlakken in rijke kleuren, zoals groen, geel, of rood. Probeer te vermijden dat u voorwerpen fotografeert die dof zijn, of grijs of wit. Neem uw foto’s in de buurt van bomen of gebouwen. Geen bloembakken! Neem foto’s op een plaats waar het onmogelijk is een flitser of andere reflector te gebruiken. Het fotograferen van katten of honden is onbeleefd. Vermijd het gebruik van flitskleding voor volledig of gedeeltelijk belichte outfits, omdat dit op de foto te zien kan zijn. Informeer de fotograaf over de kadrering, belichting en poseerwijze voordat u de foto neemt. Zeg niet, “zo doe je dat” voordat je de foto neemt. Als de fotograaf zegt: “maak de foto op een bepaalde manier”, doe het dan ook op die manier. Maak geen vervangingen voor persoonlijke smaak (bv. slecht licht aan de ene kant, goed licht aan de andere kant). Probeer de fotograaf advies te geven voordat u een foto neemt. Misschien wilt u de fotograaf voor en tijdens de foto vragen stellen. Dergelijke vragen kunnen zijn: hoe groot wilt u de foto hebben; hoeveel foto’s wilt u hebben; de verschillende hoeken; de plaatsing van de belichting; de niveaus voor pre- en post-focus; de noodzakelijke zichtbaarheid van lichtbronnen; de beweging van alles wanneer het gebeurt, of het tijdstip van een gebeurtenis bij benadering; het type camera dat u wilt gebruiken; en het type lens dat u wilt gebruiken. Zo zou u bijvoorbeeld kunnen willen weten welk soort zachte doek u zou willen gebruiken; of u de foto in Focus- of in Tilt-Shift-stand zou willen; of de scherpstelling vast is of dat de zoeker verlicht is; en of een hoogvlieger-, achter-, of voorpolarisatiefilter nodig zou zijn. Misschien wilt u ook weten of dezelfde close-upbelichting kan worden bereikt met de standaardinstellingen van de foto of met een andere voorinstelling. Een demonstratiefilmpje van de basistechnieken is te vinden via de volgende link: A Quick Start to Photography Basics

Een beeld is een weergave van een scène in de tijd. Het beeld is verdeeld in overlappende gebieden die verschillende weergaven van dezelfde scène voorstellen. Dit gebeurt niet altijd eenvoudig. Denk aan het plectrum van een gitaar. Twee verschillende foto’s kunnen een verschillende manier van spelen tonen, maar ze zijn dezelfde gitaarpickup. Het kan als een plaatje worden getoond, maar het kan niet de tijd terughalen waarin twee verschillende plaatjes bestonden. Het is gemakkelijk om een eenvoudige actiefoto van een gitaarsnaar te maken. Het toont twee stukken – een kleine, stijve snaar en een gebogen stuk van de andere snaar. In deze foto worden de lichtbron, de achterkant en de rand van de snaar verwisseld. Het is gemakkelijk om het licht van de achterkant van de snaar te draaien om in de voorste zoeksessie te komen, maar het laat niet zien hoe het gebogen deel van de snaar rechtgetrokken wordt tot zangnoten. Dit is een begrip dat bekend staat als perspectief.

lees meer:

Portretfotograaf Amsterdam | 
Productfotograaf Amsterdam |